Toen ik jong was wilde ik de wereld veranderen. Ik wilde moeder worden en ik wilde de wereld veranderen. De wereld mooier maken, beter maken. Mensen blijer maken, gelukkiger. Ik wilde gewoon een mooiere wereld creëren maken, zo klein als ik was.

De manier waarop ik dat deed was door vriendelijk te zijn. Niet lief, vriendelijk. Met vriendelijkheid kun je zoveel bereiken; je kunt mensen een fijn moment geven, of een slecht moment iets minder slecht maken. Dat had ik al heel snel door. Maar ik wilde de wereld veranderen. Dat is een groot doel, en een groot doel vereist een groot plan. Ik had geen groot plan, zelfs geen klein plan. Ik had helemaal geen plan, ik had alleen een groot doel.

Ik ben daar jaren op blijven steken, op dat grote plan. Want ik wilde nog steeds toen ik opgroeide de wereld veranderen, dat ging niet weg. Ik heb het denk ik, op een gegeven moment een beetje laten varen. Geaccepteerd dat dat mijn wens was en me er een beetje bij neergelegd dat ik dat niet kon, de wereld veranderen. Ik was te klein, de wereld is te groot. Teveel van hen, te weinig van mij. Calimero

Een paar maanden geleden was er een moment. Ik ga vaak geschiedenislijnen af, verhalen af. Gewoon om te bekijken waar ik sta in mijn leven, wat ligt er achter mij, wat neem ik mee. Dat proces loopt altijd bij mij. Iedere dag is een nieuwe dag waarop ik terugkijk en bedenk of ik iets geleerd heb. Waar kan ik iets mee, wat moet ik volgende keer anders doen.

Een paar maanden geleden bedacht ik me, het kwam eigenlijk als een kwartje van besef wat viel; ik heb levens veranderd. Ik ben bij mensen in hun leven geweest en ik heb ze iets kunnen geven. Dat is niet omdat ik de aanname doe, dat weet ik omdat mensen mij dat verteld hebben. Mensen hebben mij letterlijk verteld ‘Door jou ben ik anders gaan denken. Mijn perceptie is veranderd’.

Van de week zei Smurfin tegen me ‘mam, wat jij me nu vertelt, de manier waarop jij naar het leven kijkt. inspireert mij. Het zet mij aan het denken. Het maakt dat ik dingen anders wil doen’.

Dat is hoe ik levens verander. En als ik levens verander, verander ik de wereld.

Als ik iemands leven beter kan maken, of anders, of minder kut, of whatever, dan heb ik de wending van dat leven veranderd. Als iemand ook maar een beslissing anders neemt dan dat hij voorheen zou hebben gedaan, en die beslissing leidt tot een ander, misschien beter pad. En die beslissing is een andere dan voorheen zou zijn genomen, om iets wat ik heb gedaan of gezegd, dan heb ik de wereld veranderd.

Op het moment dat dat besef bij mij viel, realiseerde ik me ook dat iedereen, iedereen in de positie is om de wereld te veranderen. Iedereen. Maar wat ik ook besefte is dat ik mijn levensmissie, nl de wereld een betere plaats maken, aan het vervullen ben. Daarmee kwam ook de gedachte dat dat het doel is van mijn leven, de reden waarom ik hier ben; om datgene te doen waarvoor ik altijd die drive heb gevoeld, de wereld beter maken.

Natuurlijk kon dit pas toen ik eerst mezelf beter had gemaakt, dat spreekt voor zich. Daar begon het allemaal mee. Je kunt niet weggeven wat je niet hebt en advies uitdragen is erg simpel. Ik doe dat heel graag. Maar stil staan bij mij eigen advies, stil te staan bij mijn eigen gedachtes, wat bedoel ik nu zelf eigenlijk precies te zeggen, wat ik de betekenis van de woorden die ik uitspreek, wat is de betekenis van de dingen waar ik in geloof en hoe kan ik mezelf daar onderdeel van maken. Hoe ben ik daar een onderdeel van.

Voorheen als ik naar het leven keek had ik een motto, meerdere. ‘Leven is meervoud van lef’, daar sta ik nog steeds achter. Een andere was ‘Je wordt geboren en je gaat dood. In de tijd die ertussen ligt probeer je het zo leuk mogelijk te hebben en zo min mogelijk schade te doen’. Die gaan nog steeds op, ik sta er nog steeds volledig achter. Daar is nu overkoepelend mijn levensmissie aan toegevoegd ‘Ik ben hier om de wereld te veranderen’. Gaaf heh.